1. |
Verzamelaar
07:24
|
|||
Zo onbeduidend, die vreemde aap,
Aaseter op de steppen.
Altijd voorzichtig, altijd beramend;
Een wezen van verbositeit,
Een wezen van retoriek:
Verhalenverteller.
‘t Keek in het vuur en zag goden daarin.
En de wereld zou niet meer dezelfde zijn.
Almaar zoekend, almaar vragend.
En achter zich liet ‘t de gestage tred van evolutie.
Daar waar de massa’s verzamelden,
Daar nam ’t de dood met zich mee.
Almaar meer, almaar verspreidend,
Niet langer ingeperkt door de machtige oceanen.
Nu dominant, die vreemde aap,
Jager op oorlogspad.
Altijd honger, altijd nijverend;
Een wezen van verlangen,
En een verzameling van dwalingen
In het hoofd van de verhalenverteller.
|
||||
2. |
Oogster
09:12
|
|||
Ruikt u het al? Hier zit ’t opeengepakt,
Met duizenden bijeengestampt.
Honger had ’t en rusteloos was ‘t
Toen ’t zag dat de granen hier terugkeerden.
Een hier bleef ’t sindsdien, immer loyaal
Aan de graan die ’t tandrot bracht.
Ofschoon ’t meester was van alle dieren —
Tiran en beul met bloedlust ongekend —
Boog ’t het hoofd naar de graankorrel
En bad voor genade en een goede oogst,
Woelend in de grootste latrines ooit vertoond:
Jericho, Teotihuacan, Gyeongju en Vaishali.
Niemand die nog wist hoe of waarom
’t Hier nu in ziekte en ellende leefde.
Zwoegen en ploeteren deed ’t op het land,
In hoop op overvloed en welvaart.
Maar ’t nam in aantal toe en overvloed werd noodzaak.
Honger had ’t nog altijd en ’t oogstte slechts verdriet.
|
||||
3. |
Geweldenaar
07:10
|
|||
Hoe tragisch, dat juist dit stuk verdriet —
Immer verklarend waarom ’t überhaupt leeft —
Vandaag de scepter zwaait en de dienst uitmaakt.
Kroonstuk noemt ’t zich en superieur
En rechtvaardigt daarmee gruwelen
Zelfs voor aapachtigen ongekend.
Iedere dag, iedere zonvervloekte dag weer,
Sterven ze in getale die niemand meer kan bevatten,
De onderworpenen, de “lagere soorten”.
Door Sapiens ontworpen en in ontbering getogen,
Om slechts pijn en ellende te leren kennen
Voordat hen de genade van de dood gegund is.
Daar loopt zij, over de levenloze karkassen
Van de gevallenen, op gebroken en ontstoken klauwen.
Haar bek is half weggeknipt, dat is wel zo humaan.
Zij zag nooit de zon, noch man’lijk soortgenoot.
Toch, morgen zal zij een verstikkingsdood sterven,
Zodat zij in de winkel “over datum” moge geraken.
Daar staat hij, krijst het uit. Eerst namen zij
Zijn man’lijkheid, toen zijn staart en tot slot
Worden zijn tanden bijgevijld, dat is wel zo humaan.
De Sapiens draagt oordopjes — varkens lijden zo luid!
Nog wat antibiotica tegen de diarree en klaar;
Klaar voor de langste en de zwaarste rit.
|
||||
4. |
Verhalenverteller
06:39
|
|||
De bomen, de rotsen, de wolven en de kolkende rivier,
Allen bezield en dansend in de storm des levens.
Verschijne de filosoof ten tonele! En plots waren zij
Nog slechts schimmen in een schaduwspel van illusies,
Waarachter verscholen de ware kern en essentie,
De code van de kosmos. Alle geheimen op reikafstand.
Geen klokwerk zonder maker; ‘n puzzel van god’lijke maak,
Zo verklaarde ’t alle geluk en tragedie. ’t Sterf’lijk lot,
Alle voor- en rampspoed in handen van de goden —
Of toch slechts één? Valsheid en doodzonde!
Gedoemd en verdoemd, zij die valse afgoden aanbidden!
Slechts één de ware! — Tot ook die moest sterven.
Helemaal alleen was ’t toen en ’t lot bleek slechts
Een onbeduidende som van kans en willekeur.
Zo diep het gat waar ’t nu in keek — en het keek terug!
Maar zie, ’t herpakte zichzelf en besloot voortaan
Slechts in zichzelf te geloven; een heerlijke nieuwe religie!
Vrijheid en voorspoed voor iedereen, het nieuwe credo.
Zong ’t eerst van vrome herders en trouwe schapen,
Zo ratelt ’t nu van singulariteit en voorspoed.
Trots is ’t in elk geval en grenzeloos ambitieus.
Eindeloze groei belooft ’t en gelooft daar ook echt in.
En als dat niet werkt verzint ’t gewoon een nieuw verhaal,
Steeds weer, tot de tijd ’t inhaalt en het verhaal uit is.
|
||||
5. |
Verlorene
11:38
|
|||
Het is reeds begonnen, twee eeuwen in wording.
De raderen zijn in gang gezet en zullen niet keren.
Vijfmaal eerder vertoond op deze vermaledijde bol
En nu weer: een massa-uitsterving gelijk de Perm-Trias.
Kon ‘t voorheen niet voorzien wat ‘t deed met de omgeving —
Jagend en foeragerend tot alles op was om vervolgens verder te trekken —
Nu kan ‘t exact voorspellen, de gevolgen van de hebzucht.
Maar een mens kan zich aanpassen, doch de mensheid is zo traag.
Agricultuur, ontbossing, ziekte en vervuiling
Maken af wat ongebreidelde jacht en overbevissing begonnen.
Alwijl dinosauriërs verbrandend in een euforische haze van koolstofdioxide en methaan,
Vergeet de Sapiens bijna hoe belangrijk vrij ademen is.
Veestapels-extravaganza en een verslaving aan palmolie
Ploegen de laatste natuur om tot megastal en akkerland,
Om ijverig te worden overladen met antibiotica en pesticiden.
Iemand onlangs nog gekeken hoe het met de insecten gaat?
Het is al te laat, twee eeuwen over twaalf.
De Sapiens zingt een zwanenlied en zal niet keren;
Een waarde poging tot grootsheid in ‘s mens trotse bol.
Iemand onlangs nog gekeken hoe het met de fytoplankton staat?
O Adam, o Eva, verlorenen.
|
Wilds Forlorn Utrecht, Netherlands
Wilds Forlorn is an utterence of loss, grief, frustration, anger, and world-weariness. Founded in 2008, originally, the music consisted entirely of piano works, but the project eventually took a different turn.
Streaming and Download help
Wilds Forlorn recommends:
If you like Wilds Forlorn, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp